Horseman op bezoek bij JV-Horses: "De kwaliteit is doorslaggevend" (Deel 2)
Vorige week las je hier bij Horseman al over het ontstaan van JV-Horses en de geleidelijke omschakeling naar de hengstenhouderij. Vandaag vertelt Jan Vermeiren over de invloed van de hengstencompetitie en de toekomstplannen voor de stoeterij.
Kwaliteit boven alles
“De kwaliteit is eigenlijk doorslaggevend in ons beleid. Als ik een hengst niet goed genoeg acht, dan probeer ik hem te verkopen, goedgekeurd of niet. Het omgekeerde geldt echter ook. Stel dat een hengst wel goed genoeg is, maar niet gekeurd, dan houd ik hem aan. Zo verging het ook Armstrong. Let op, dat neem ik die jury niet kwalijk. Zij zien die hengsten in totaal vijf minuten en moeten zich daarop baseren om een oordeel te vellen. Dat is een allesbehalve eenvoudige taak”, zo verdedigt Jan Vermeiren de hengstenjury.
“De jonge hengsten die hier nu staan, daar heb ik dan ook wel hoge verwachtingen van. In de hengstencompetitie hebben we vier deelnemende hengsten. Ze komen ook allemaal uit bewezen moederlijnen. Bij de vierjarigen hebben we de hierboven genoemde Nashville en No Doubt van ’t Vlierhof (v. Harley VDL). Bij de vijfjarigen hebben we dan Mithras de Regor en bij de zesjarigen Le Blue Diamond van ’t Ruytershof. Cigaret JVH Z mag helaas niet meer deelnemen. Hij is er nu acht, hij zal dit jaar nog door mij gereden worden, maar vanaf volgend jaar is het de bedoeling dat ook hij zal doorstromen richting Dorperheide. Dat zal na dit jaar beslist worden. We hebben ook Millais (v. Ugano Sitte) van Ludo Philippaerts hier staan. Die hengst had echter wat achterstand opgelopen door omstandigheden en loopt daarom niet mee in de hengstencompetitie. Toch is het niet uitgesloten dat hij eventueel nog zal deelnemen aan de finale. Voorlopig wordt hij hier gewoon verder geschoold en hij zal ook de nationale cyclus of de LRV-wedstrijden voor jonge paarden meelopen.”
Hengstencompetitie
Dat het succes van een beginnende hengstenhouder niet altijd uit de lucht komt gevallen, ondervond ook Vermeiren: “Een beperkt aantal buitenlandse fokkers niet te na gelaten, worden de hengsten voorlopig vooral door lokale fokkers gebruikt. Al is er wel een omschakeling voelbaar. Le Blue Diamond heeft vorig jaar heel veel reclame voor zichzelf gemaakt in de hengstencompetitie, waardoor hij toch ruim honderd merries gedekt heeft. Ook zijn uitstekende moederlijn zorgt ervoor dat de fokkers hem wel weten te vinden. Zelfs na de reeds afgelopen manches van de hengstencompetitie 2017, kwam er al heel wat vraag naar zijn sperma. Ik vermoed dat in zijn kielzog, de andere hengsten ook wel zullen volgen.”
Hoe zit dat dan precies met de invloed van die hengstencompetitie, die hier en daar toch wat in vraag wordt gesteld: “Ik denk wel dat die competitie toch nog steeds heel belangrijk is. Er is altijd heel veel volk aanwezig. Zeker nu de manches vaak kaderen in de context van een groter evenement, zoals de BWP-keuring of de Winter Equestrian Nights. Bovendien kan je de competitie nu ook online thuis volgen, wat de belangstelling nog groter maakt. Dus ik vind het toch belangrijk dat de hengsten op die wedstrijden aanwezig zijn en goed presteren. Daarnaast is ook de goede geografische spreiding een pluspunt. De fokkers in alle windstreken krijgen de kans om de hengsten in al hun glorie te aanschouwen.”
Eigen fokkerij
De hengstenhouderij is niet de hoofdmoot van de activiteiten van Jan Vermeiren: “Naast de hengsten en de handel doen we ook fokkerij. Ik fok zelf een twintig à vijfentwintig veulens per jaar. Voorlopig is dat nog niet echt winstgevend, omdat dat allemaal een beetje moet opstarten, maar dat komt op termijn wel goed. Cigaret bijvoorbeeld hebben we zelf gefokt en ook nog een aantal andere paarden, maar de meeste daarvan zijn nog niet verkocht. Zo fok ik bijvoorbeeld met de moeder van Gladys (v. Wandor van de Mispelaere x Toulon), die wereldkampioen werd bij de vijfjarige springpaarden. Ook de andere merries die we hebben zijn allemaal uit goede stammen en bovendien röntgenologisch gekeurd. Dat vind ik erg belangrijk. Ook op de vrijspringavonden die we zelf organiseren, kaderen in dat concept. Eerst en vooral is het voor ons de kans om al heel snel in aanraking te komen met de nakomelingen van onze hengsten en daarnaast is het ook een opportuniteit om de goede paarden al vroeg op te pikken, wat onze eigen stal ook weer vooruithelpt.”
De toekomstplannen zijn toch van stap voor stap de kwaliteit op te drijven, zowel van de hengsten als van de handelspaarden. Op dit moment verhandelen we hier tussen de 300 à 500 paarden per jaar. Het is dan zowel voor mij als voor mijn personeel aangenamer als dat een goed paard is. 95% van die paarden gaan naar het buitenland, waar we vaak samenwerken met dezelfde partners met wie we een uitstekende verstandhouding hebben. Binnenkort zal er ook geïnvesteerd worden in pony’s, want onze dochter is nu zes en zowel mijn vrouw als ikzelf hopen toch dat ze voor de paardensport zal kiezen. Ze heeft nu haar eerste pony en ze heeft nog wel wat schrik, maar dat komt wel goed in de toekomst.” De toekomst van JV-Horses lijkt alleszins verzekerd.