Gilles Thomas: "Ik wil volgend jaar op volle kracht kunnen presteren en daarom ga ik dit jaar niks forceren"

Reportage
05 jul 2023
Door Horseman Kristof

De medaillespiegel van Gilles Thomas (25), die in 2016 door Paardensport Vlaanderen werd verkozen tot ‘Talent van het Jaar’, is onovertroffen. In zijn jeugdjaren won hij 9 medailles op het BK, waarvan 4 gouden. Op het EK won hij 6 medailles 3 gouden en evenveel zilveren. Zijn overstap naar de seniors verliep met vertraging, remember corona.

Vorig jaar kwam hij eindelijk op kruissnelheid. Met Aretino won hij de 5* CSIO GP van Hickstead en werd hij derde in de Rolex GP van Spruce Meadows, Calgary. Met Calleryama werd hij last minute geselecteerd voor de finale van de Nations Cup. Gilles droeg meer dan zijn steentje bij. België won in Barcelona niet enkel de finale, het won er ook een Olympisch ticket voor Parijs. Of dat betekent dat Gilles Thomas naar Parijs mag, is nog koffiedik kijken. Maar hoe kijkt hij naar Parijs?

Over één jaar zijn er Olympische Spelen. Ben jij daar vandaag mee bezig?

Elke ruiter die vandaag geselecteerd wordt voor een 5* landenprijs zal daarmee in zijn achterhoofd zitten en ik vorm daar geen uitzondering op. Als je kijkt naar mijn palmares van vorig jaar, in Hickstead, Calgary, Barcelona, Genève, is het logisch dat Parijs me bezighoudt. We hebben een gouden team dat Europees kampioen werd en brons won op de Olympische Spelen in Tokio. In Parijs gaan we weinig van die paarden terugzien. Het zal bij ons wellicht gaan zoals bij de Rode Duivels, de aflossing van de wacht en nieuwe combinaties die kansen krijgen.

Dat zou dit jaar al moeten gebeuren op het EK?

Daar gaan ongetwijfeld enkele nieuwe combinaties uitgetest worden.  
 

Eén van je potentiële Olympische paarden is Calleryama. Jij was er aanvankelijk niet wild van?

Calleryama kwam 6 jaar geleden op stal. Nonkel Marc (Van Dijck, red), Jordy Oostvogels, Arnaud Gaublomme, iedereen die hier reed, heeft haar gereden, behalve ik (lacht).  Ze was heel kijkerig, panikeerde, geen gemakkelijke tante. Als je er thuis mee sprong, gebeurde het dat ze stopte voor het allereerste hindernisje. Ze kan nog steeds niet normaal over een grondbalk stappen. Ze is nu 13 en heeft in de ring de klik gemaakt. Is dat niet inherent aan haar vader Casall? Rolf Goran Bengtsson vertelde eens dat hij Casall reed vanaf zijn 7 jaar en dat hij pas 5 jaar later zijn eerste GP won. Ook op z’n 12e. Sindsdien won Casall wel meer dan 20 GP’s. Het ziet er dus nog goed uit voor Calleryama. Dat ze zo attent is, is wellicht haar grootste kwaliteit.

Heeft nonkel Marc je moeten pushen om haar te rijden?

Hij heeft er alleszins altijd meer in geloofd dan ik. Dat geef ik eerlijk toe. We sprongen onze eerste 5* proeven in Mechelen 2018. Ze bleef drie dagen foutloos. Van daar ging het naar de GCT van Doha, waar ze twee omlopen foutloos bleef en de trein was vertrokken. Daar heeft ze me overtuigd. Het was maart 2019 en…. dat weekend ging Europa in lockdown vanwege corona.

Heb jij voor haar doorbraak getwijfeld aan Calleryama?

Die kans kreeg ik niet. Marc hamert er vaak op: jij beseft niet welke kwaliteit je onder het zadel hebt. Ik heb dus nooit getwijfeld aan mijn paarden, wel aan mezelf. Want als de paarden toch zo goed zijn, waarom bleef het resultaat dan uit? Dan kan het enkel aan mij liggen.

Calleryama herstelt van een blessure. Hoe evolueert de revalidatie?

Ze krijgt in functie van het Olympisch jaar meer tijd dan ze nodig heeft. Op basis van haar palmares vorig jaar, hoeft ze zich dit jaar niet meer te bewijzen. Calleryama heeft in Barcelona en Genève al getoond wat ze in haar mars heeft. Daarom komt ze wellicht niet in aanmerking voor het EK. Het is vandaag te voorbarig om daar al uitsluitsel over te geven, al wil ik in de eerste plaats Calleryama sparen zodat ze volgend jaar helemaal tot haar recht kan komen. Aretino komt ook uit blessure en staat vandaag verder in zijn comeback. Hij is mee geweest naar Rotterdam. Ik wil volgend jaar op volle kracht kunnen presteren en daarom ga ik dit jaar niks forceren.

Calleryama en Aretino zijn vandaag een vraagteken. Achter Ermitage Kalone zetten velen vandaag een uitroepteken?

De hengst wordt volgend jaar 10 en misschien maak ik met hem wel het meeste kans om naar Parijs te gaan? Ermitage Kalone heeft begin dit jaar de Sunshine Tour gelopen en werd dan voltijds dekhengst. Hij is gegeerd bij de fokkers. We hebben besloten dat hij, met het oog op het Olympisch jaar, dit seizoen vroeger stopt met dekken. Vanaf juli trekken we de kaart van de sport. Vijfsterren wedstrijden komen dit seizoen wellicht te vroeg. Het enige objectief deze zomer is het BK eind september en dan is het de bedoeling dat hij in de winter wereldbekers springt. Ermitage heeft zich al bewezen als dekhengst, nu mag hij zich bewijzen als sporthengst.

Welke van jouw paarden maken vandaag het meeste kans om in Parijs te springen?

Ik heb geen glazen bol, al denk ik vandaag aan Calleryama en Ermitage Kalone. In september gaan er al veel weten waar ze staan. Eerst is er de Belgische landenprijs bij Stephex, de week nadien is er het EK en enkele weken daarna de finale van de landencompetitie in Barcelona. Drie belangrijke wedstrijden waar we verschillende teams voor nodig hebben. Op het einde van het buitenseizoen gaan veel paarden de kans gekregen hebben om zich te tonen.

Waar kijk je het meest naar uit? De comeback van Calleryama of Ermitage Kalone die nog alles moet bewijzen?

Uit pure nieuwsgierigheid dan toch naar Ermitage. Ik ben heel benieuwd naar zijn potentieel. Van Calleryama weet ik wat ze kan. We hebben trouwens een veulen van Ermitage uit Calleryama. Dat is voor de Olympische Spelen in 2036 (glimlacht).

Mogen we zeggen dat je paardenpassie niet van je ouders, maar via nonkel Marc komt?

Mijn mama heeft wedstrijd gereden en is ermee gestopt toen ze van mij in verwachting was. Het is wel zo dat ik in mijn leven meer in de stal bij nonkel Marc heb doorgebracht dan thuis. Als driejarige moest ik al elke dag in de stal zijn. Ik herinner me nog een leuke anekdote uit die tijd. Een fokker kwam met zijn merrie voor een dek naar het Nieuwenhof en had ook een minipaardje bij. Hij ruilde dat paardje voor een dek. Het was die week mijn verjaardag, een mooier cadeau kon ik niet krijgen. Op de een of andere manier trokken de paarden en de sport me aan. Ik was vier of vijf jaar toen ik als een bezetene de sport al volgde.   Ik zat van ’s morgens tot ’s avonds in de tribune van Jumping Mechelen en volgde elke proef, elke omloop. Ik kon op die leeftijd lezen noch schrijven, maar ik had wel een startlijst; een bolletje stond voor een foutloze rit, een kruisje was een balk. Ik heb ook andere sporten beoefend; vier jaar judo, vier jaar tennis, drie jaar zwemmen twee jaar atletiek. Ik kon altijd wel mee, al werd ik ook altijd terug naar de paarden getrokken. Nu squash ik nog elke week.

Wat herinner jij nog van Marc Van Dijck zijn glorietijd?

Ik was vier jaar en zat in de tribune van Aken wanneer Marc er met het Belgisch team de landenprijs won, in 2001. Ik ben toen op televisie gekomen omdat ik zo enthousiast reageerde. Ik was er ook bij toen hij derde werd in de GP van Aken. Ik weet het nog zeer goed, het regende pijpenstelen, Marc was nummer 34 op de startlijst en de eerste foutloze. Ik liep naar de paddock, en door die regen bleef mijn schoen steken in het slijk. Marcus Ehning heeft mijn schoen uit de modder gehaald. Het is sindsdien mijn grote droom om ooit eens in Aken te rijden.

Op je twaalfde won je je eerste gouden EK medaille?

Ik ben vrij snel van de pony’s naar de paarden overgeschakeld. In 2012 wonnen we met Zoé Conter, Louise Van Laer en Leen Verwimp EK goud in Oostenrijk. Dat was een gloriemoment. Zeker toen we terug thuiskwamen, het regende felicitaties en gelukwensen. Dat was aan aangenaam gevoel. Dat doet sport dus met een mens.

Jij hebt tot nu nog weinig tot niets laten liggen op kampioenschappen. Hoe verklaar je dat?

Om te beginnen zijn landenprijzen en kampioenschappen het mooiste om te rijden. Een selectie voor het nationale team is op zich al een extra motivatie. Ik heb dat altijd zo ervaren, van bij de scholieren al. Vorig jaar sprong ik mijn eerste 5* CSIO’s bij de senioren, in Falsterbö en Barcelona, en we hebben ze allebei gewonnen. De rode draad is dat ik altijd al vertrouwen gehad heb in mijn paarden. Als je dat gevoel ervaart, valt de druk weg en kan je je volledig concentreren op je parcours.

Helemaal zonder stress?

De meeste stress ervaar ik in de aanloop naar een wedstrijd. Dan begeef je je nog in het onbekende. Wanneer ik op een wedstrijd mijn eerste sprongetjes maak in de paddock en voel dat het goed zit, valt de druk van mijn schouders en maakt de stress plaats voor vertrouwen. Het hangt dus af van de voorbereiding. Als je paard goed opgeleid, getraind en conditioneel top is, heb je geen reden om je druk te maken. Met andere woorden, het voorbereidend werk neemt veel druk weg. Aan de andere kant, er wordt wel eens gezegd dat ik geen stress ervaar. Niets is minder waar, het is maar hoe je er mee omgaat. We hebben in België voldoende ruiters die goed onder druk kunnen presteren. Bij mij is het tot nu ook altijd al gelukt. Dat is een groeiproces geweest. Toen ik acht, negen jaar was en met de pony’s aan het regionaal kampioenschap deelnam, lukte dat nooit door de stress. Ik ben daarin gegroeid

Je spong vorig jaar je eerste 5* landenprijs in Falsterbö met 8 en 0 strafpunten. Hoe rij je de eerste ronde buiten en hoe rijd je die tweede ronde binnen?

In Falsterbö stonden we onder druk, het team moest nog punten pakken voor de finale in Barcelona. Wat ook meespeelde: ik was een nieuwkomer en elke kans die je krijgt in het team moet je benutten want er zijn genoeg kandidaten. In Falsterbö waren die 8 strafpunten in de eerste ronde volledig mijn fout. Ik begon te relax. Pieter Clemens (Hulde G) en Koen Vereecke (Kasanova de la Pomme) hadden voor mij al foutloos gereden. Mijn paard Luna had al bewezen wat ze kon op 5*, het zou mij dus ook lukken om in de landenprijs de nul te houden. Niet dus. Dat heeft me wel wakker geschud. Als ik in de tweede ronde nog eens twee balken zou laten vallen, kon ik het vergeten in het team. Dan had mijn seizoen er helemaal anders uitgezien. Dan was ik waarschijnlijk niet geselecteerd voor de landenwedstrijd van Hickstead, was er geen Calgary en geen Barcelona. Er moest iets gebeuren! Ik heb me herpakt in de tweede ronde met een foutloze omloop.

Twee balken op naam van je mindset?

Zo is het. Aan de andere kant kan ik mij in zo’n situatie vrij goed opladen. Dat kon ik al bij de jeugd en verklaart ook waarom ik zoveel medailles won op jeugdkampioenschappen. Op het moment van de waarheid kan ik me heel goed focussen en concentreren. Die tweede ronde in Falsterbö was voor mij persoonlijk de belangrijkste van het jaar. Ik moest het waarmaken en afmaken en deed het ook. Op een doorsnee wedstrijd is er bij mij een groot verschil tussen een inloopdag en een belangrijke dag zoals de landenprijs of Grote Prijs. Dat zijn mijn beste dagen. En als ik een minder concours heb en Marc me terechtwijst, is het de volgende wedstrijd altijd beter. Dan ben ik extra geprikkeld en gemotiveerd.

Jij hebt al meer gewonnen dan je nonkel Marc, vanwaar komt jouw competitiviteit?

Daar ben ik mee geboren. Als kleine jongen heb ik veel sporten beoefend: atletiek, judo, zwemmen, tennis, paardrijden en telkens wilde ik winnen.

Wat maken die paarden zo boeiend voor jou?

Paarden opleiden, ze iets leren en beter maken, dat is het meest intrigerende aan werken met paarden. Door je werk de paarden zien verbeteren en evolueren, daar haal ik de meeste voldoening uit. 

Bron: 
Paardensport Vlaanderen