Groepsdressuur LRV ondergaat een grote wijziging

Varia
24 feb 2017
Door Horseman Kristof

Een nieuw beleid staat gelijk met verandering. Laat dat nu net iets zijn dat vele mensen angst inboezemt. LRV heeft echter beslist om te springen en hoopt dat ieder lid hier positief en constructief aan mee zal werken. Dat elk nieuw systeem gepaard gaat met kinderziektes is ook een vaststaand feit. Een uitgebreide evaluatie zal aldus in het najaar 2017 georganiseerd worden, maar op dit moment vraagt LRV u om even mee te springen met deze nieuwe positief getinte wind.

Groepsdressuur. Hoeksteen of struikelblok?
De ledenbevraging van juni 2016, die jullie massaal invulden, toonde aan dat onze groepsdressuur dringend geactualiseerd diende te worden naar onze huidige maatschappij. Alles evolueert en zo ook onze ruiters en onze wedstrijden. De steeds kleiner wordende verenigingen, de groeiende individualisering, de tijdsbelasting van zomertornooien zorgden er voor dat het verplichte karakter van de groepsdressuur onder druk kwam. Ook in de praktijk stelden we vele verschillen vast, tussen verenigingen intern, tussen de vijf provincies en de te rijden klassen. Hoog tijd dus om het uithangbord diepgaand onder de loep te nemen.
LRV wenst in geen enkel geval tradities te verloochenen, maar dit staat niet in de weg dat wij een kritische zelfreflectie hoog in het vaandel dragen. Een nationale werkgroep van 25 personen werd samengeroepen. De samenstelling was zo heterogeen mogelijk naar provincies, leeftijd, geslacht als naar de grootte van de vereniging toe, opdat alle meningen tijdens deze werkgroep geconfronteerd werden. Ook alle commandanten kregen via een digitale bevraging begin december 2016 de kans om voor hun vereniging mee te geven hoe alles in de praktijk loopt.

Liever een wortel dan een stok
Deze groepswerking is en blijft voor LRV het uithangbord en zal als dusdanig gepromoot en ondersteund worden.We hadden tot op heden de 60-60-minimumnorm of de minimale verplichting om toch deel te nemen aan de groepsdressuur, ongeacht de grootte van de vereniging. Wanneer een vereniging hier niet aan voldeed, kon geen enkele ruiter van deze vereniging deelnemen aan de kampioenschappen. Een sanctie die gelukkig niet vaak opgelegd diende te worden. Het spijtige aan deze minimumnorm was echter dat deze de kwaliteit van de proevenniet altijd ten goede kwam. Sommige verenigingen trainden nooit, kwamen vijf minuten voor de proef samen en ‘hobbelden’ wat achter elkaar. Spijtig, want ook onze vrijwillige jury diende hier zijn of haar tijd mee te verliezen. LRV is er van overtuigd dat onze organisatie klaar is om vooruit te kijken, klaar om de formele verplichting om te buigen naar een onderbouwd beloningssysteem.

Klik hier voor meer informatie.

Bron: 
LRV