Keros: "Wie paarden fokt weet dat de weg lang is en er onderweg heel wat hindernissen zijn"

Reportage
25 apr 2020
Door Horseman Kristof

Horseman brengt in samenwerking met Puissance, hét krachtigste paardenmagazine uit de Lage Landen, elke zaterdag en zondag een reportage uit Puissance.

Vandaag brengen we de reportage van eind vorig jaar. Toen bracht Puissance een bezoek aan Keros.

Keros: De evolutie van de paardenfokkerij

België is momenteel zowat het centrum van de mondiale springsport. Dankzij moderne wedstrijdinfrastructuur en uitstekende paarden rijden niet alleen de Belgische ruiters zich internationaal in de kijker, maar is België ook de uitvalsbasis van heel wat buitenlandse topruiters. Dat de fokkerij zo’n hoge toppen scheert, is natuurlijk te danken aan de fokkers, maar ook aan de dierenartsen die in moderne inseminatiecentra de nieuwste technieken toepassen. Puissance bezocht één van de grootste van het land: Keros.

Dr. Gaby Van Daele is de bezieler van dit dynamisch bedrijf. Het werd een snelle boeiende babbel met een krasse West-Vlaamse zeventiger!

Hoe is Keros ontstaan?

“Ik ben afgestudeerd in 1967 en startte een klassieke dierenartsenpraktijk met runderen, varkens en paarden. Bij de runderen waren dat vooral keizersneden en bij de varkens hadden we problemen met varkenspest en de Afrikaanse varkenspest in 1985. De meeste paarden die ik behandelde waren toen renpaarden (dravers). De drafwereld kende begin de jaren zestig +/- 60 geboortes per jaar. In 1984 – 1985 +/- 2.700 veulens per jaar. Deze enorme stijging werd teweeggebracht door het steeds stijgende prijzengeld dat gerealiseerd werd door de tiercé koersen. Van het gokken buiten de renbaan, in wedkantoren, ging 11 % naar de renmaatschappijen (draf en vlucht). Door het valsspelen van de bookmakers, wedders (maffia) en jockeys daalden deze inkomsten tot quasi nul en ging gans het koersgebeuren achteruit.”

De hengstenhouderij heeft de voorbije 40 jaar een enorme evolutie doorgemaakt, hoe verliep dat bij Keros?

“Ondertussen steeg de interesse in sportpaarden en de sportpaardenfokkerij snel. Tot dan reed de hengstenhouder met zijn vrachtwegen van fokker naar fokker. De hengsten deden 40.000 km per jaar en iedere regio had zo z’n eigen hengsten. Wij waren bij de eersten die KI (kunstmatige inseminatie) toepasten bij de renpaarden. Dan werd het echografietoestel overgenomen vanuit de humane geneeskunde. Eind de jaren 70 was ik bij de eerste die een echotoestel had. Er bestonden nog geen boeken en de eerste echo’s voerde ik uit met een gynaecoloog om mij te helpen de beelden te interpreteren. In 1984 hadden we verschillende uitbraken van CEM (Besmettelijke baarmoederontsteking overgedragen door het natuurlijk dekken). Dit heeft de KI zeer snel doen starten. Ik heb op het station Everaert in Eksaarde vele hengstenhouders geleerd hoe sperma af te nemen en te centrifugeren, verdunnen en bewaren (Louis Lenaerts, Johan Vereecke, etc.), maar ook de studenten van Gent kwamen daar voor de begeleiding van merries en inseminatie. Door deze evolutie konden de fokkers sperma gebruiken van hengsten op andere stations zonder grote verplaatsingen. Dit betekende het einde van de klassieke hengstenhouders.”

Van vers tot diepvriessperma

“Einde 1970 werkte ik ook als eerste met diepvriessperma van dravers. De Zweden vormden een syndicaat en kochten jonge tophengsten uit Amerika en Frankrijk. Daarvan werden aandelen verkocht maar ze waren gelimiteerd qua dekkingen in hun land tot 100 of 150 . Met diepvriessperma konden we in gans Europa dekken. De opvolging van merries voor het dekken met diepvriessperma was zeer intensief en zo ben ik thuis begonnen met opvolging. Dit groeide zeer snel uit! Er moest accommodatie bijkomen. De fokkerij in de draf daalde tot nul, maar de sportpaardenfokkerij steeg enorm en door onze vele buitenlandse contacten (Frankrijk, Duitsland, Nederland) konden we sperma bekomen van de meeste bekende hengsten.”

Iets wat de hengstenhouders niet altijd konden appreciëren?

“Verschillende hengstenhouders in België voelden zich bedreigd en zo verliep de relatie wat stroef met de ene, maar uitstekend met de andere. Gelukkig is alles nu genormaliseerd en zelfs optimaal. Dankzij KI hebben we hier moederstammen kunnen fokken waarop verder kan gebouwd worden en die België als n° 1 op de wereldkaart hebben gezet.”

Vooruitstrevend als je was stond embryotransplantatie ook op je verlanglijst?

“In 2000 zijn we gestart met embryotransplantatie (ET). Wij hebben ter plaatse ook cursussen georganiseerd voor dierenartsen over ET en draagmoeders gedekt zodat ieder een merrie kon spoelen en het ganse proces doorlopen. Dit werd zeer druk bijgewoond door vele buitenlanders uit Europa en elders. Door deze cursussen werden veel embryo’s opgestuurd voor transplantatie in onze merries.”

Embryotransplantatie is momenteel zowat de grootste activiteit op Keros?

“Daar wij een groep van meer dan 1.500 draagmerries hebben, hebben we dagelijks bijna steeds genoeg receptoren beschikbaar voor de transfers. Een groep van dierenartsen en stagiaires staan in voor de opvolging van de draagmerries. Die draagmerries komen voor ’t merendeel uit Frankrijk. Grote dravers tussen 3 en 6 jaar die hebben een goed karakter en kunnen het gemakkelijkst in groep leven. Bij aankoop worden die gecontroleerd, gevaccineerd en ontwormd en vertrekken dan onmiddellijk voor 5–6 weken op de weide. Pas dan komen die in aanmerking voor opvolging. In de voormiddag worden de draagmerries gecontroleerd, drachtonderzoek enz. en in de namiddag hebben we onze spoelingen en de embryo’s die aangebracht worden, gevolgd door de transfer. Wanneer ze drachtig zijn gaan de draagmerries terug op de weide. Na 50 dagen dracht volgt een controle en vertrekken ze naar de fokker en komen terug na het spenen van het veulen.”

Je hebt ongetwijfeld al wat bekende merries op stal gehad?

"Inderdaad hier werden al heel wat bekende paarden gemaakt waaronder Big Star, Taloubet, Verdi, Dominator enz. Wij ontvangen ook veel topmerries Liscalgot, Fein Cera, Diamanthina van ’t Ruytershof, de moeders van Nino des Buissonnets, Hello Sanctos, Flora de Mariposa enz.”

Ook de volgende stap zetten jullie OPU en ICSI?

“Nu starten we ook met OPU. Wij hebben al 2 jaar geoefend en hebben Dr. Dennis Necchi die OPU deed in Italië (Cremona) en daarna 2 jaar prof werd in Utrecht nu bij ons in dienst is. De verbouwingen met onder andere een nieuw labo zijn voltooid en we kijken uit naar deze nieuwe uitdaging.”

Je bent vooruitstrevend, maar ziet toch gevaren?

“OPU is een techniek die je enkel voor topmerries met problemen en voor minder vruchtbaar sperma moet gebruiken. Dit is waarschijnlijk geen gunstige evolutie voor de gewone fokker die het moeilijk krijgt met zijn “gewone merrie”, alhoewel die voor de fokkerij ook belangrijk is. Op veilingen halen alleen nog veulens uit topmerries hoge prijzen. De anderen hebben het moeilijk om verkocht te worden. Door OPU en ICSI zal de inteelt veel groter worden. We moeten opletten dat de genetische basis niet te smal wordt omdat we te veel veulens zullen hebben uit dezelfde moederstammen van dezelfde hengsten. Het prijskaartje dat eraan vasthangt, zorgt ervoor dat het enkel voor de extreem goed fokkende merries, die zelf niet geschikt zijn voor ET, interessant is. Hier komen investeerders op af die eigenlijk geen echte interesse hebben in paarden of fokkerij, maar die winst ruiken en het als een belegging zien. Wie paarden fokt, weet echter dat de weg lang is en er onderweg heel wat hindernissen, letterlijk en figuurlijk, te nemen zijn vooraleer je een toppaard hebt dat topprestaties levert!”

Enkele interessante wetenswaardigheden uit het jaarrapoort van centra voor voortplantingstechnieken paarden 2018 van het departement landbouw en visserij Vlaanderen:

  • 100 erkende inseminatiecentra in Vlaanderen
  • Embryo winning in ongeveer 30 centra
  • 92 % van het implanten van de embryo’s gebeurt op 6 erkende grote centra omdat dit een grote mate van specialisatie vergt
  • In 2018 werden er bij 1 888 donormerries 2 298 embryo’s gewonnen op 32 centra hoofdzakelijk rijpaarden en Arabische paarden Het drachtigeidheispercentage ligt bij 64,19 % bij embryotransplatatie.
  • Het gemiddelde drachtigheidspercentage sinds 2004 bedraagt 71 %. Het drachtigheidsresultaat is de voorbije jaren gedaald, dat kan te wijten zijn aan het gebruik van diepgevroren sperma en het stijgend aantal pogingen om embryo’s te winnen. Bij elke bewerking van het sperma of de merrie is er een verlaging van het drachtigheidspercentage.
  • In totaal werden in Vlaanderen 8 285 merries geïnsemineerd op 56 centra. Van 2009 tot 2013 was er in daling, sinds 2014 is er een stijgende lijn.

ET, OPU en ICSI voor dummies

Embryo transplantatie (ET) is het verwijderen van het jonge embryo uit de baarmoeder van de donormerrie en het overplanten in de baarmoeder van de draagmerrie. De donormerrie wordt geïnsemineerd met sperma. Na 7 à 8 dagen na de eisprong wordt het embryo verwijderd uit de baarmoeder van de donormerrie. Hiervoor wordt de baarmoeder met een aangepaste vloeistof gespoeld. Het kleine embryo, minder dan 1 millimeter, diameter) kan nog niet met het blote oog waargenomen worden. In het labo wordt onder de microscoop naar het embryo gezocht en klaargemaakt voor overplanting in de draagmerrie. Het embryo wordt in een rietje geplaatst dat vervolgens in een embryotransplantatiepipet geplaatst wordt en dan via de vagina en baarmoederhals tot in de baarmoeder van de draagmerrie komt. Eenmaal overgeplant in de draagmerrie gaat het embryo ongestoord verder groeien tot aan de geboorte. Het veulen blijft bij de draagmoeder tot het gespeend wordt, daarna gaat de draagmoeder terug naar het transplantatiecentrum. Embryotransplantatie is helemaal niet pijnlijk voor de donormerrie en de draagmerrie. Het is afhankelijk van merrie tot merrie of je het tijdens hun sportcarrière doet, een rustpauze inlast of wacht tot na hun carrière. Natuurlijk kost embryotransplantatie meer dan een gewone dekking. Het heeft dan ook alleen maar zin met uitzonderlijke merries. Als je van je eigen merrie een veulentje wil en je wil haar blijven rijden is het ook een optie.

Bij Ovium Pick Up (OPU) worden er bij de merrie eicellen gewonnen uit de eierstokken die daarna door middel van Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI) bevrucht worden. De OPU gebeurt bij het staande paard onder verdoving. Daarnaast krijgt de merrie meestal een ruggenprik , een darmontspanner, een pijnstiller en een antibioticum. De eierstok wordt via de vaginawand aangeprikt. De follikels worden gespoeld en leeggezogen en de eicellen meegenomen. In het labo worden de eicellen gerijpt en geïnjecteerd met een spermacel. Bij bevruchting kan dat resulteren tot een embryo. Dit embryo kan worden overgeplant in een draagmerrie of kan worden ingevroren om later getransplanteerd te worden. Ovium Pick Up duurt ongeveer een uur en is meer belastend voor de merrie dan ET, daarom krijgt ze ook een ruggenprik en verdoving. OPU en ICSI kost ongeveer het dubbele van ET. Uiteraard moet je hiervoor een uitzonderlijke merrie hebben anders wegen de kosten niet op. Het laat wel toe veulens te fokken van merries die geen normale eisprong meer hebben en sperma te gebruiken van mindere kwaliteit of sperma dat zeer beperkt beschikbaar is. Momenteel worden er in Europa in verscheidene centra waaronder Keros, eicellen geprikt (OPU). Zowat alle centra sturen die eicellen dan door naar Italië waar de verdere afhandeling gebeurt. In dit centrum dat enkel een labo is, zijn ze daarin zeer gespecialiseerd en met bevredigende resultaten.

In 2016 bracht onze huisfotograaf Dirk Caremans van Hippo Foto een bezoek aan Keros. Alle foto's van zijn bezoek zijn via deze link terug te vinden.

Bron: 
Tekst Edith De Reys - Puissance