Achter de staldeur van .... Garfield de Tiji des Templiers

Reportage
17 mei 2020
Door Horseman Kristof

De komende weken brengt Horseman elke zondag in samenwerking met EquiTime, het fokkersmagazine van BWP, de reeks "Achter de staldeur van ...."

De eerste staldeur die we openen is die van de BWP hengst Garfield de Tiji des Templiers. Journalist Koen Cromheecke bracht samen met fotograaf Dirk Caremans in het voorjaar van 2018 een bezoek aan de schimmelhengst.

Een veelwinnaar is Garfield de Tiji des Templiers niet. Maar aan regelmaat in de prestaties ontbreekt het niet. Kan ook moeilijk anders, want vorig jaar sprong de hengst ruim 200.000 euro aan prijzengeld bij elkaar. “Hij is nu twaalf. Een goeie leeftijd om de stap naar nog net een niveau hoger te zetten. Vergeet niet, toen hij hier bij ons op stal kwam had hij amper ervaring.” En die mooie prestaties van 2017 leidden tot de nominatie én het binnenhalen van de EquiTime Award, een blik achter de staldeur van onze winnaar.

Een hoogvlieger was Garfield inderdaad niet toen hij eind augustus 2016 bij Jérôme Guéry op stal kwam. De schimmelhengst was voordien gereden door Cedric Volo met als voornaamste wapenfeiten enkele ereplaatsen op 1,45 en 1,50 niveau. “Ik moet zeggen dat ik ook niet meteen toehapte toen Jean-Claude Benali me vroeg om de hengst eens te proberen. Hij is een goeie vriend en had er al een paar keer op aangedrongen dat ik Garfield toch maar eens zou proberen. Uiteindelijk was het een video die me overtuigde om toe te zeggen.” De eerste oefensprongetjes konden Guéry amper overtuigen, maar toch liet die een opening. “Garfield stond niet echt in conditie toen ik hem probeerde en ik sprak af met Jean Claude dat ik hem een week op stal zou houden. Hij veranderde zienderogen. Dat najaar nam ik hem mee naar de wedstrijden Tetouan, Rabat en El Jadida.” De combinatie sprong dubbel foutloos in de landenwedstrijd van Rabat en als toetje wonnen ze ook een rankingproef in El Jadida. “Een echte winnaar lijkt hij niet te zijn. Hij lijkt traag, al bedriegt dat toch. Hij is heel snel over de grond, eind vorig jaar werden we in Genève nog tweede in een 1,55, op 20 honderdsten van de winnende tijd van Niels Bruynseels en Gancia de Muze (v. Malito de Reves), een combinatie die je toch als ‘snel’ moet omschrijven. Maar misschien is het inderdaad eerder een paard voor landenwedstrijden of een kampioenschap.”

Toch staat Garfield in de pikorde op stal bij Guéry nog een trapje lager dan Grand Cru van de Rozenberg (v. Malito de Reves). “Hij is de nummer twee op stal, na Grand Crû, want dat blijft toch een speciale. De twee paarden zijn ook absoluut niet te vergelijken: Grand Crû moet je rustig zien te krijgen en te houden, hem moet je prikkelen.” Guéry nam recent, in Bazel, ook Papillon (v. Perhaps van de Molenvondel) mee op concours. “Hij heeft z’n beste jaren achter zich, maar het blijft een speciale. De echt grote proeven ga ik met hem niet meer springen, maar er zijn genoeg proeven waarin hij wel tot zijn recht kan komen. Als we hier op concours vertrekken en Papillon mag niet mee de vrachtwagen op, dan laat hij zijn ongenoegen duidelijk horen. Garfield maakt het allemaal niet veel uit, die kijkt het schijnbaar onbewogen aan.”

Voor 2018 wil Guéry de hengst wat meer inzetten voor het zware werk. “Hij heeft nu de ervaring. En het is een drukke kalender. De wedstrijden uit de eerste liga van de landenwedstrijden, de wedstrijden uit de Global Tour, de wereldruiterspelen in het Amerikaanse Tryon… Daar moeten we ons als land ook zien te plaatsen voor de Olympische Spelen van 2020 in Japan.” Guéry was er al een keertje bij op de Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. “Het blijft onvergetelijk. Maar…ik was er individueel, we waren er niet met het team en dan mis je toch iets. Na Rio heb ik mogen ervaren hoe hoog zo’n deelname aan de Spelen wel aangeschreven staat. Misschien niet in het springwereldje, maar in de wereld daar buiten. Daarbij, de springwereld is ook een hele kleine wereld.”

Waar andere ruiters uit de top dertig van de wereldranking met regelmaat een nieuwe topper kunnen presenteren zit Guéry toch wat krap in de paarden. “Ik heb geen drie, vier paarden voor de grootste proeven. Dus moet ik alles heel goed managen en plannen. Dat is ook de reden waarom ik van een kwalificatie voor de wereldbekerfinale geen doel gemaakt heb tijdens het indoorseizoen. Ik had geen zin om m’n paarden de hele winter lang af te jakkeren. Dat ik daardoor wat plaatsen gezakt ben op de wereldranking moet ik er bij nemen, die ranking is ook geen doel op zich, maar het is wel fijn als je je daar kunt handhaven. Omdat het gewoon deuren opent.” Zoals die naar de Global Champions Tour bijvoorbeeld. Al wil Guéry zich vooral focussen op de grote kampioenschappen. “Dat blijft toch mijn doel: naar huis komen van grote kampioenschappen met een medaille. Misschien dat ik er dan wel mee stop en andere dingen ga doen in dit wereldje. Ik heb geen zin om door te gaan zoals de Whitakers of anderen dat doen.” Al plaatst Guéry daarbij meteen zelf een vraagteken. “Ik leef nu het leven waarvan ik jaren terug tegen mijn vrouw zei dat ik het nooit zou willen. Elk weekend op concours. Je leeft in een hels ritme: thuis op maandag, dinsdag en woensdag en dan opnieuw op concours. Ik denk dat ik alles samen vorig jaar drie vrije weekends gehad heb.”

Alle concours lijken bovendien identiek. “Een piste, een paddock, publiek… Al probeer ik wel iets van de stad of de omgeving mee te pikken.” Waarmee Guéry meteen een buitenbeentje is onder de collega’s. “Zelfs mijn goeie vriend Simon Delestre krijg ik niet mee voor een beetje sight-seeing. Gelukkig komt mijn vader nu wat meer op bezoek op concours, dan proberen we wel eens de stad of omgeving te bezoeken. Kevin (Staut) bijvoorbeeld staat daar ook wat meer voor open. Met Simon probeer ik af en toe een wedstrijdje tennis te spelen. Al moet ik toegeven: ik ben een beter ruiter dan tennisser.”

Uitgesprongen is Guéry dus nog lang niet. “Je moet ook toegeven, de wedstrijden van de Global Tour zijn fantastische organisaties. En daarbuiten heb je zowat elk weekend een vijfsterren. Vroeger had je alleen de landenwedstrijden, nu is er zoveel meer daarbuiten. Daarbij, eigenlijk wil ik nog wel een tijdje doorgaan.” Ook al omdat het paard van z’n leven zijn pad nog niet gekruist heeft. “Dat gevoel heb ik toch. En je hoopt, maar misschien gebeurt het nooit en krijg je nooit wat Christian Ahlmann en Taloubet (v. Galoubet A), Rodrigo Pessoa en Baloubet (v. Galoubet A) of Steve Guerdat en Nino (v. Kannan) gekend hebben met hun paard(en). Begrijp me niet verkeerd: Papillon, Garfield en Grand Crû zijn fantastische paarden, maar ik hoop er ooit nog eens eentje te mogen ontmoeten die nog net ietsje specialer is. Dat er ooit een paard komt dat bepalend is voor de rest van je leven. Al moet ik wat dat betreft toegeven: het zijn de paarden die mijn pad gekruist hebben, die me gemaakt hebben tot wie ik ben, zij zijn het die m’n leven richting gegeven hebben. Dat zal eigen zijn aan deze sport: de paarden bepalen het ritme en de richting.”

Ik denk dat je een jaar nodig hebt om echt een team te kunnen vormen met een paard, om elkaar goed genoeg te kennen om op het hoogste niveau te kunnen presteren. Dat jaar heb ik nu met Garfield gehad. Hij is veranderd, grote pistes liggen hem best van al. En ik heb een paar uitstekende negenjarigen die er zitten aan te komen. Al blijft het moeilijk te voorspellen hoe goed een paard kan worden. Eerlijk, ik had ook nooit verwacht dat Garfield dit niveau zou halen. Misschien verbaast hij me straks nog een keertje. Eigenlijk is hij heel ongecompliceerd. De uitdaging is hem te blijven prikkelen en hem verder te blijven ontwikkelen.” Zoals Guéry ook zichzelf blijft ontwikkelen. “Ik train nog altijd regelmatig bij Henk Nooren en ik werk aan mijn lichaam. De voorbije tien jaar is deze sport ingrijpend veranderd. Het gaat niet alleen om ervaring of kennis, maar je moet ook je lichaam perfect onder controle hebben. En uiteindelijk maken je fouten je alleen maar beter, dat geldt voor ons, maar ook voor de paarden.”

Garfield de Tiji des Templiers (°2006)

Houdt van rust

Heeft een broertje de dood aan lange trainingen, longeren en eentonig werk

Beste buur: Vingtcoeurs du Chalet (v. Toulon), een achtjarige merrie. In de box recht tegenover hem staat Grand Crû van de Rozenberg (v. Malito de Reves)

Haar groom: Manon Benéze. “Tiji is een apart paard. Eerlijk, ik denk niet dat hij het meest intelligente paard is, eerder een Lamme Goedzak. Hij is introvert en staat er dikwijls ongeïnteresseerd bij. Je zou denken dat hij moe is. Maar vorig jaar op het concours in Verona zag ik voor het eerst verandering: ik zat in een stoeltje voor z’n box en hij legde zijn hoofd op m’n schouders, vroeg om aandacht. Dat had hij nooit eerder gedaan. Sindsdien is hij veranderd, speelser geworden, geïnteresseerder in wat rondom hem gebeurt.”

Het doopzeel van Garfield de Tiji des Templiers

Fokker: Tim Van Tricht, Kapellen-op-den-Bos

Eigenaar: Jean-Claude Benali

Vader: Quasimodo (v. Quidam de Revel)

Moeder: Paloma de Lauzelle (v. Goldspring de Lauzelle)

In de familie:

Arsouille de la Genestre (v. Skippy II) is een halfbroer die 1,50 sprong met Clara Regina Fernandez Alvarez.

WKD St-Louis (v. louis d’Or d’Aymon) is een zoon van de halfzus van Tiji, deze hengst sprong internationaal met Ben Maher.

Moeder Paloma de Lauzelle is een halfzus van Indiana de Lauzelle (v. Askan de Lauzelle), moeder van de internationale springpaarden Nikita de Laubry (v. Skippy II), Akita de Laubry (v. Skippy II), Galilleo de Laubry (v. VDL Cardento), Hilton de Laubry (v. VDL Atlantic) en de BWP-goedgekeurde hengst Virus de Laubry (v. Skippy II).

Palmares:

2016:

  • Winnaar Nations Cup Rabat (CSI-W 3*)
  • Winnaar 1,45 El Jadida

2017:

  • 2de in GP St-Tropez CSI 5*
  • 1ste in 1,55 Cannes
  • Tal van ereplaatsen in Grote Prijzen en proeven van 1,50 en 1,55 niveau

Een dag op stal

  • Gaat normaal elke dag een uurtje in de stapmolen
  • In de loop van de dag 45’ plat werk

Jerôme Guéry: “De uitdaging met hem is om steeds andere oefeningen te verzinnen en variatie te brengen om zijn aandacht te prikkelen.”

Een dag op concours

  • De ochtend voor de proef losrijden en training
  • In de paddock: 15 paarden voordien opwarmen, 10 paarden voordien inspringen

Jérôme Guéry: “Afstappen tussen de basisomloop en de barrage kan een probleem zijn. Opstijgen wordt dan soms moeilijk.”

Wens je een proefnummer van EquiTime te ontvangen? Klik hier voor meer informatie.

De volledige fotoreportage van Dirk Caremans is via deze link te raadplegen.

Bron: 
EquiTime - Koen Cromheecke