Jong BWP-debat: "Doe zoveel mogelijk zelf"

Reportage
17 mei 2017
Door Horseman Arnout

Het uitgangspunt van de eerste Jong BWP-dag was om de jonge fokkers van BWP nog dichter te betrekken bij de stamboekwerking. Op 13 mei jongstleden gingen een zeventigtal fokkers dan ook op bezoek bij Joris De Brabander en Stal ’t Paradijs. De interessante dag werd afgesloten met een debat over het BWP en de toekomst van het stamboek.

In het panelgesprek onder deskundige leiding van Kristof De Pauw, probeerden Inge Meurrens (BWP), Stefaan De Smet (BWP), Walter Lelie (ruiter-handelaar), Joris De Brabander (Stal De Muze), Ann Van Den Branden (Stal ’t Paradijs) en Katrien Hulsbosch (Stoeterij Dorperheide en afgevaardigde Jong BWP) hun beste beentje voor te zetten en hun kennis tentoon te spreiden.

Exterieur en gezondheid

Het is een heet hangijzer in de fokkerij op dit moment: de invloed van de gezondheid en het exterieur van een paard op zijn toekomst. “Als je even het paard bekijkt, los van de praktische kant van het exterieur en de invloed ervan op sportcapaciteiten, dan is een mooi exterieur wel zeer belangrijk in de handel. Mensen associëren een mooi paard veel sneller met topkwaliteit”, weet Walter Lelie. Stefaan De Smet, voorzitter van de hengstenkeuringscommissie, hanteert een andere maatstaf: “Iedereen ziet natuurlijk graag een mooi paard en voor de handel of bij prijskampen speelt het inderdaad mee, maar voor ons is het veel minder een criterium. Functionaliteit is eigenlijk de belangrijkste voorwaarde. Dat zie je ook terug bij vrijspringwedstrijden, waar er slechts af en toe nog punten worden toegekend aan het exterieur. Een teneur die ik enigszins betreur omdat exterieur toch altijd een rol speelt bij wat een paard kan."

Geschikte merries en hengsten

Alles begint in de fokkerij natuurlijk met de juiste merrie. Het panel kreeg de stelling toegeworpen of een goed papier volstaat. “Alles hangt natuurlijk af van je fokkerijdoel,” aldus ervaringsdeskundige Joris De Brabander. Iets wat ook Ann Van Den Branden beaamt. “Je moet altijd een doel voor ogen houden. Als je een beginnend ruiter en/of fokker bent en je hebt een merrie die wel iets kan, maar geen topper is, dan kan het wel een optie zijn om voor een bewezen vererver te kiezen en zo stap voor stap te verbeteren. Je hoeft daarom niet direct diep in de geldbuidel te tasten.”

Een ander hot topic is de keuze voor jonge hengsten of bewezen verervers. Geen gemakkelijke keuze en iets waar de panelleden zelf ook mee sukkelen. “Jonge hengsten zijn in principe beter omdat ze genetisch al een stap vooruit zijn. Alleen ben je nooit zeker of de hengsten zelf het hoogste niveau zullen bereiken, laat staan dat je weet hoe ze vererven en of ze hun eigen kwaliteiten doorgeven. Het nadeel is natuurlijk dat die bewezen hengsten vaak enkel met diepvriessperma beschikbaar zijn en het dekgeld ook hoger ligt. Dat kan voor een beginnende fokker een belangrijke rol spelen”, vertelt Katrien Hulsbosch. Ervaren fokker Stefaan De Smet worstelt ook met deze kwestie. “Zelf probeer ik ook een mix van jonge hengsten en iets meer bewezen bloed te gebruiken. Ik vind dat jonge hengsten toch echt wel kansen moeten krijgen.” Een uitspraak waar Walter Lelie, zelf als ruiter betrokken bij de BWP-hengstenkeuring zich in kan vinden: “Een jonge hengst gebruiken kan zeker, maar ik doe het enkel als ik onwaarschijnlijk gecharmeerd ben door dat exemplaar.” “Een jonge hengst gebruiken houdt nu eenmaal iets meer risico in dan een vererver gebruiken die zelf tien jaar in de topsport heeft gelopen”, weet ook Joris De Brabander, “maar aangezien we de verervers van morgen tussen die jonge hengsten moeten gaan zoeken, vind ik er zeker niets verkeerd mee om die te gebruiken. Het spel van de fokkerij is nu eenmaal ook net om de massa voor te zijn en een potentiële tophengst al jong te gebruiken.”

Stamboek

Het laatste punt waarover gedebatteerd werd is de plaats van een stamboek in dit geheel, het BWP in het bijzonder, vooral dan naar de toekomst toe. Inge Meurrens: “Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst meer en meer zullen gaan naar een Europees paard. Het gaat denk ik heel veel draaien om de service die een stamboek kan bieden en de klantenbinding die daarmee gepaard gaat. Dan denk ik bijvoorbeeld ook aan de samenwerking met de fokkers, iets waar BWP heel sterk in is.” Stefaan De Smet vult aan: “Vroeger bepaalde een stamboek en zijn hengstenjury de richting die het stamboek moest uitgaan, maar dat is nu gelukkig gedaan. Fokkers moeten vrij zijn om naar eigen goeddunken hun keuzes te maken. Wat naar mijn mening echter de belangrijkste rol zal zijn voor een stamboek waarschijnlijk naar de toekomst toe is, zoals Inge al zei, de dienstverlening naar de fokkers toe. Dat kan en zal het verschil maken.” 

Tips & Tricks

Als afsluiter van het debat en van de Jong BWP-dag, gaven de panelleden nog een laatste tip aan de jonge fokkers. "Probeer je eigen ding te doen en je niet te laten misleiden door een overvloed aan goede raad die je van alle kanten krijgt. Je mag en moet wel kijken en luisteren, maar uiteindelijk doe je toch je eigen goesting", is de slottip van Joris De Brabander. Iets waar Walter Lelie zich wel kan bij aansluiten, al vindt hij dat het zeker geen kwaad kan om je te baseren op professionals die dag in dag uit met goede en minder goede paarden bezig zijn. "En wees kritisch voor je eigen fokproduct." Ann Van Den Branden en Katrien Hulsbosch voegen daar nog aan toe: "praat met andere fokkers, wissel kennis en informatie uit. Ga ook naar evenementen en meet jezelf met de anderen." "Zoek een partner die kan rijden als jezelf geen goede ruiter bent", luidde het humoristische devies van Stefaan De Smet. Inge Meurrens had uiteindelijk het laatste woord: "geloof in jezelf!"

Bron: 
Horseman.be - Overname niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming.