Horseman op bezoek bij Stal De Muze: "KI en ET zijn een zegen voor de fokkerij"

Reportage
12 apr 2017
Door Horseman Arnout

De lente is in het land, de eerste veulentjes zijn reeds geboren en dus vond Horseman het de hoogste tijd om op de koffie te gaan bij een van de grootste en bekendste springpaardenfokkers van ons land: Joris De Brabander. Gedurende drie weken vertelt hij over het reilen en zeilen van Stal De Muze.

Het is al aangenaam warm als Horseman op een zonnige dinsdagochtend aankomt op de uitvalsbasis van Stal De Muze in het Oost-Vlaamse Sint-Niklaas.  Eenmaal uitgestapt worden we overwelmd door een bedrijvigheid van jewelste. Fokkers staan vol goede hoop aan te schuiven met hun merries, terwijl drie dierenartsen continu in de weer zijn met opvoelen, scannen en het noteren van de wensen van de fokkers. “Dit is niet abnormaal druk voor een dinsdagochtend. Integendeel, het is nog maar het begin van het dekseizoen, dus het is nog redelijk kalm”, vertrouwt gastheer Joris De Brabander ons toe, “maar maak je geen zorgen, mijn personeel is meer dan bekwaam genoeg. Alles komt in orde.”

Vernieuwing

Terwijl de koffie staat te pruttelen, wordt Joris De Brabander om de haverklap gebeld. Het zal een beetje de rode draad doorheen ons gesprek worden, die roodgloeiende telefoon. Het lot van een hengstenhouder zo blijkt: “Het is gelukkig niet altijd voor hetzelfde dat ik gebeld word. Er wordt een heel gamma aan onderwerpen besproken via die telefonische weg. Het gaat van mensen die paarden willen komen bezichtigen of willen kopen tot ruiters die mij bellen om te vertellen hoe het is gegaan als ze met een van mijn paarden hebben gesprongen. Straks springt El Torreo de Muze (v. Taran de la Pomme) in Lanaken. Zijn ruiter, Bernardo Alves, zal binnen dit en een uurtje dan ook wel aan de lijn hangen.”

Alles lijkt dus zijn gewone gangetje te gaan ten huize De Brabander, maar toch is het dit jaar een beetje speciaal. Joris vertelt: “Met Stal de Muze waren we toch toe aan een beetje vernieuwing en dus hebben we de website in een nieuw jasje gestoken en proberen we toch ook de digitale mogelijkheden die er zijn zoveel mogelijk te benutten. Denk bijvoorbeeld ook maar aan onze facebookpagina, die een heel handig medium kan zijn om de prestaties van onze hengsten en hun nakomelingen onder de aandacht te brengen.”

Hengstenhouden à l'ancienne

Als er nood is aan vernieuwing en gezien de fameuze reputatie die Stoeterij de Muze heeft opgebouwd, dan stelt zich de vraag naar het verleden van de familie De Brabander: “In het kader van onder andere de nieuwe website en catalogus, heeft mijn zoon wat opzoekingswerk verricht en het lijkt erop dat de eerste publiciteit omtrent een nieuw aangekochte trekpaardhengst al in 1943 was, midden in de Tweede Wereldoorlog dus. In die tijd dus moet hengstenhouderij De Brabander dus ontstaan zijn. Dat was dan natuurlijk niet bij mezelf, zo oud ben ik nog niet, maar wel bij mijn vader en grootvader. Het was alleszins mijn grootvader die ermee is gestart en rond het jaar 1955 schat ik, heeft mijn vader het dan overgenomen. Het gaat dan om de oerklassieke hengstenhouderij, dat betekent rondrijden met de hengsten, eerst met de jeep en de aanhangwagen en iets later dan met de vrachtwagen. Ikzelf heb eerst diergeneeskunde gestudeerd en dan vervolgens in 1986 het bedrijf overgenomen.”

Nieuwe technieken

Hengstenhouden zit in de genen dus bij de familie De Brabander, die dus kunnen bogen op een jarenlange traditie. Al is het woord traditioneel niet iets waar Joris zich mee wenst te vereenzelvigen: “Toen ik het bedrijf overnam, zat de paardenfokkerij eigenlijk midden in de overgang van natuurlijke dekkingen naar kunstmatige inseminatie. Hoewel we ook met de hengsten bleven rondrijden, zijn we hier op het bedrijf toch redelijk snel overgeschakeld op KI. Ook daarna hebben we altijd geprobeerd om de meest moderne fokkerijtechnieken zo snel mogelijk te implementeren. In 1993 hebben we de eerste embryotransplantaties hier al uitgevoerd. Die techniek kwam over vanuit Frankrijk, waar dat al eerder gebeurde op commerciële basis, maar wij waren de Belgische pioniers. Embryotransplantatie was een zegen voor ons omdat het ons in de mogelijkheid stelde om met de echte, goeie sportpaarden te fokken, waar er daarvoor eerder gefokt werd met de gebuisde springpaarden om het zo te noemen. Ondertussen is de techniek al goed ingeburgerd en wijdverspreid, een aantal gebieden in Duitsland niet te na gelaten, maar die zullen ook wel volgen. De voordelen van embryotransplantatie zijn gewoonweg te groot om de techniek niet te gebruiken.”

Dat de voordelen groot zijn, beseffen fokkers van over de hele wereld: “Letterlijk van overal ter wereld komen er fokkers naar hier voor embryotransplantatie. Op dit moment zitten we denk ik dan ook een beetje op een scharniermoment in de springpaardenfokkerij. In het begin, toen alles via de natuurlijke weg moest gebeuren, was fokkerij eerder een regionale aangelegenheid. Toen KI zijn opwachting maakte, werd het al nationaal, af en toe met een internationale toets, maar nu is het echt mondiaal. We verzenden hier quasi dagelijks diepvriessperma naar alle uithoeken van de wereld.”

Volgende week vertelt Joris over zijn eigen toekomstvisie en bij uitbreiding die van de springpaardenfokkerij.

Bron: 
Horseman.be - Overname niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming.